Personal /
Trots op mijn kleine zusje
Door Melanie – Deze blog had ik eigenlijk al willen plaatsen in de week dat mijn zusje afstudeerde. Ze zal me wel een slijmbal noemen, maar ik wil er toch eens een keer aandacht besteden aan hoe trots op mijn kleine zusje ik eigenlijk ben.
De mensen om ons heen zouden het niet zeggen, want wat kunnen wij elkaar vaak in de haren vliegen. Vroeger letterlijk, nu figuurlijk. Ik was 5 toen mijn zusje geboren werd en ik kan je vertellen dat ik me nog bewust kan herinneren dat ik daar écht geen klap aan vond. Maar stiekem vergeet ik nooit meer dat ik ‘s nachts uit bed werd gehaald, om met de buurvrouw mee naar huis te gaan. Ik weet zelfs nog dat ik daar een glaasje fris heb gedronken, voordat ik daar verder moest slapen. Ik vergeet ook nooit meer dat ik de volgende dag met papa naar mijn zusje in het ziekenhuis mocht. Ik vergeet zelfs niet meer de eerste keer dat ik haar toen zag.
Oké! Ik was eigenlijk gewoon super trots. Trots op mijn kleine zusje. Maar toch minder blij dat ik papa en mama niet meer voor mezelf had. We waren totaal verschillend, maar we deden ook wel dingen samen. Tijdens de playbackshow met carnaval op de basisschool deden we samen een optreden: “Groot en klein” van Kinderen voor Kinderen. Want dat waren we, groot en klein.
In de loop der jaren kwam iedereen erachter (inclusief wijzelf) dat we totaal verschillend zijn. Maar dan ook echt totaal verschillend.
Waar ik gauw en makkelijk een grote bek (ja écht, bek…) kan opzetten, is mijn lieve kleine zusje ook echt lief en klein. Véél rustiger, maar daardoor ook iemand waar anderen veel makkelijker overheen liepen. Maar waar ik van me af duwde als ik ergens mee zat, werd zij toch wat meer een binnenvetter en dat kwam haar op de middelbare school duur te staan. Ze werd gepest en dat hield niet op als ze het schoolplein afliep. Ik vergeet nooit meer die ene zomer, waarin papa en mama voor het eerst met zijn tweeën op vakantie waren. Ik woonde net samen met manlief en ‘s ochtends om half 8 stond ze ineens voor mijn deur.
Godzijdank stond ze voor mijn deur. Het ging heel slecht met haar en dat was de eerste keer dat ik zag dat ze heel erg depressief was. Ik schrok me wild en ondanks dat ik haar beloofde niet met papa en mama te bellen, heb ik dit toch gedaan. Ik vertrouwde haar niet met zichzelf en het ergste was dat ze zichzelf ook niet vertrouwde. Maar ze heeft aan de bel getrokken! Bij mij. Ze vertrouwde me genoeg om bij mij aan de bel te trekken toen het écht heel slecht ging. En daar werd ik nog meer trots op mijn kleine zusje!
Naast dat ze nog steeds moeite heeft met alleen thuis zijn, is ze er supersterk van geworden. Waar ik mij toch wel veel aantrek van wat een ander van mij vindt, kan het haar écht totaal niet meer schelen dat ze er niet in de laatste mode bijloopt. “Als het maar lekker zit.” Stiekem ben ik daar best wel jaloers op en soms mag ik haar er zelfs mee treiteren, zonder dat ze zich het aantrekt.
“Leuke schoenen. Zitten vast héél lekker…”
Wat gebleven is, is dat we niet met, maar zeker ook niet zonder elkaar kunnen. Ik vond dat altijd vervelend, maar zelfs dat heb ik nu weten te waarderen.
Ik ben trots op mijn kleine zusje:
- omdat ze die klote depressie heeft weten te overwinnen. EN HOE!
- omdat ze ‘gewoon even’ haar vierjarige studie in drie jaar weet af te ronden.
- omdat ze haar eigen bedrijf start en daarmee haar passie uitoefent.
- omdat ze één van de getuigen was, op de mooiste dag van mijn leven.
- omdat ze een supermooie bruid was, ook weer helemaal op haar eigen manier.
- omdat ze een superlieve betrokken tante is, van onze zoon.
- omdat ik altijd op haar kan rekenen.
- omdat ze zichzelf is. Altijd.
Lieve zus, je bent gewoon een topper. Soms haat ik je even, maar tegelijkertijd (en de rest van de tijd) houd ik gewoon heel veel van je.