Tweede kindje? Lichtelijke paniek komt in me op
Tweede kindje? Lichtelijke paniek komt in me op. En aangezien ik alles op gevoel doe, kan ik hier dus helemaal niks mee. Maar dat gevoel wat ik heb. Het zou zo fijn zijn als ik dat rationeel kan verklaren. En daar komt de schrijfdrift weer, die drift die ik al een hele tijd gemist heb.
Ik pak nog een kop koffie en staar naar onze prachtige zoon, die ondertussen alweer drie (!!!) geworden is. Hij begint zich steeds beter alleen te vermaken en wordt steeds zelfredzamer. Heel makkelijk roep ik altijd dat, alles wat er met Quinten gebeurt is na zijn geboorte, állemaal naar de achtergrond is verdwenen, doordat hij zich zo ontzettend goed ontwikkeld. Ik hoor het mezelf nog zo stoer zeggen: “Goh! Ik realiseer me ineens dat ik er al zeker een aantal maanden niet aan gedacht heb. Goed hè?!” Totdat iemand vraagt: “Wanneer komt de tweede?” Mijn oren beginnen te suizen, mijn hartslag schiet omhoog en ik krijg het lichtelijk benauwd. Nee! Ik durf het (nog) niet aan, ik word doodsbenauwd als ik eraan denk. Want:
Wat nou als…
… mijn tweede kindje ook met problemen ter wereld komt?
Ik hoef niet eens terug te denken, het staat op mijn netvlies gebrand. Gezinnen die met één of twee oudere kindjes in het Ronald McDonald huis vertoeven, terwijl de jongste telg 200 meter verder op in het kinderziekenhuis ligt te vechten voor zijn leven. Wil ik dat Quinten aan doen? Wil ik manlief en mijzelf dat aandoen? Nee! Oké, oké, de doktoren zeggen dat we pech gehad hebben en dat de kans zéér klein is dat een tweede kindje hetzelfde zal hebben. Ik heb alleen dat vertekende beeld voor ogen van een ziekenhuiszaal vol baby’s die liggen te vechten, voordat ze écht met hun (hopelijk onbezorgde) leventje mogen starten. Dus in mijn ogen is de kans groot dat een pasgeboren baby in het (kinder)ziekenhuis terecht komt, of moet blijven.
… mijn tweede kindje gezond is, maar een énorm vervelende poepzak
Quinten is zo een ontzettend lief jongetje. Ja, hij is een peuter, maar ook een gevoelskindje die we met goede communicatie én de drie R’en in het gareel kunnen houden. Dus ja, manlief en ik zitten nu nog in die zeepbel dat wij het ont-zet-tend goed doen als ouders. Moet je je voorstellen dat we zo’n enorm vervelend lomp kind krijgen! Poef! Weg zeepbel. Ja, ik spreek dit wel eens uit en dan zeggen mensen makkelijk, jaaa, maar dat jullie kind niet vervelend is ligt aan jullie, niet aan het kind. Dus als jullie het tweede kindje net zo aanpakken, komt dat helemaal goed. Ik ben nog steeds in de veronderstelling dat Quinten gewoon een superlief kereltje is, die zélf heel makkelijk is. En dat geeft mij rust, vertrouwen en overzicht. Héérlijk!
… mijn tweede kindje niet op dezelfde frequentie zit als ik
Ik voel Quinten aan, zoals ik nooit had gedacht iemand aan te voelen. We zitten op dezelfde frequentie. Dertig seconden voordat hij als baby begon met huilen (‘s nachts), werd ik wakker. Meerdere keren wist niemand wat er met hem aan de hand was, terwijl ik dat op gevoel al kon aangeven (en daarop anticiperen). Nu nog, als er ook maar iets is, is hij bij mij. En dan is het goed. Ik kan hem de rust en het vertrouwen geven dat hij op dat moment nodig heeft. Stel nou dat ik dat niet heb met mijn tweede kindje, dan zou ik niet wéten hoe ik moeder moet zijn.
… mijn tweede kindje gezond geboren wordt en daardoor minder speciaal voelt
Wauw, wat klinkt dat hard. Maar het zijn hersenspinsels. Stél je nou voor dat er met ons tweede kindje niets aan de hand is. Dat we drie uur na de bevalling fluitend naar huis kunnen met de maxicosi op de achterbank. Laten we eerlijk zijn, dat had ik gewenst voor iedereen, voorál voor mijn lieve kleine Quinten en onszelf. Maar de basis van hoe wij met Quinten omgaan ligt bij dat begin. Bij die echo’s tijdens de zwangerschap, bij die ziekenhuizen die wij hebben gezien. Bij ál die rotonderzoeken die hij tot op heden nog steeds moet ondergaan. My god, ik ben zó trots op dat jong, omdat hij alles zonder te piepen doorstaat. Hoe kan ik ooit, óóit zó trots zijn op een tweede kindje, die niks op medisch vlak hoeft te doorstaan?
“Ja, daar ligt de pijn. Die kleine baby, die daar in het ziekenhuis lag terwijl die thuis bij mij had moeten zijn, die onbezorgde periode van ‘genieten’ van een pas geworpen welpje, die kraamtijd, daar heb ik nog niet genoeg om gerouwd, geen afscheid van genomen.”
Een broertje of zusje voor Quinten
Ja, voordelen zijn er vast wel. Ik heb me laten vertellen dat een broertje of zusje zó leuk zou zijn voor Quinten. En waarschijnlijk klopt dat ook wel. Daarnaast wordt het eigenlijk ook gewoon door de maatschappij verwacht. Maar daarvoor kan ik het niet doen en daarbij… Mensen die meerdere artikelen van mij gelezen hebben, weten dat ik me daar niet zo gek veel van aantrek ;).
Die drie eerste weken…
Met een tweede kindje ís er de kans dat ik nog een keer een onbezorgde kraamtijd mee mag maken. Dat ik gewoon met mijn pasgeboren baby van 3 dagen oud mag knuffelen wanneer ik wil. Zonder allemaal toeters en bellen eromheen, zonder monitoren los te moeten koppelen. De tranen staan me nu weer in de ogen en er vormt zich een brok in mijn keel als ik dit schrijf. Ja, daar ligt de pijn. Die kleine baby, die daar in het ziekenhuis lag terwijl hij thuis bij mij had moeten zijn, die onbezorgde periode van ‘genieten’ van een pas geworpen welpje, die kraamtijd, daar heb ik nog niet genoeg om gerouwd, geen afscheid van genomen. En als ik eerlijk ben wil ik daar ook (nog) geen afscheid van nemen. Die pijn en dat verdriet mag er van mij nog wel even zijn, die hoort bij me, zoals die peuterzoon die zich zó ontzettend goed ontwikkelt. Als ik naar hem kijk, mag ik helemaal niet klagen, maar toch. Die drie eerste weken die ons, voor mijn gevoel, gewoon zijn afgepakt. Die blijven knagen…
Nee. Ik ben nog niet klaar voor een tweede kindje en of ik dat ooit wordt weet ik niet. Eén ding weet ik zeker, een tweede keer hetzelfde meemaken kan ik niet aan. Die eerste keer doet nog teveel pijn.